Hechtingsproblematieken

Deze pagina met informatie over hechtingsproblematieken is bedoeld als verdiepende informatie.
Om beter te begrijpen waarom jijzelf of een dierbare in je omgeving niet-functioneel gedrag vertoont. Niet iedereen met hechtingsproblematiek heeft direct ook een stoornis. Je kunt ook kenmerken hebben van een of meerdere hechtingsstoornissen. Voor professionele en diepgaande cognitieve hulp bij hechtingsproblematiek adviseer ik je contact te zoeken met een GZ-psycholoog of psychotherapeut.
Binnen mijn competenties wil ik je met name lichaamsgericht begeleiden. Mijn werkvormen hierin zijn TRE, Craniosacraal therapie en andere lichaamsgerichte interventies. Inmiddels is ook bewezen dat het lichaamsgericht begeleiden van mensen ook sneller en effectiever werkt dan alleen over je problemen en mogelijke oplossingen hiervoor te praten.
Het boek Traumasporen van Bessel van der Kolk, geeft hier ook uitgebreid en onderbouwd antwoord op.

Een van de mooiste uitgangspunten bij TRE en Craniosacraal therapie is dat we met een cliënt niet naar de inhoud hoeven gaan. Met niet naar de inhoud gaan bedoel ik; je hoeft niet je verhaal te vertellen over de emotionele-/traumatische gebeurtenissen die je hebt meegemaakt. Dit brengt namelijk direct ook weer je lichaam in een fysieke, emotionele, mentale (over-)activatie. En dit willen we juist gaan verminderen middels behandelingen/begeleiding!
Tijdens mijn begeleiding/behandeling gaan we dus niet diepgaand een therapeutisch proces in, wat ook om een langere begeleiding vraagt. Dit vergt ook veel meer kennis en kunde van een begeleider.

Hechting

Hechting gaat in de basis over het hebben van een sterke relatie met jezelf én het hebben van sterke relaties met mensen in je omgeving. Zonder een goede band met jezelf (intra-persoonlijk) ben je niet in staat om goede of stevige relaties aan te gaan met je omgeving (inter-persoonlijk). Hechtingsproblemen of zelfs hechtingsstoornissen ontstaan veelal in je jeugd door de relatie die je hebt met je opvoeders waar je grotendeels ook afhankelijk van bent (ouders, ooms, tantes, opa en oma, leerkrachten, etc).

De manier waarop je bent opgevoed bepaalt hoe je naar de wereld kijkt, hoe je met dingen omgaat en de wijze waarop je reageert op situaties. Door wat meer over hechting te weten begrijp je ook iets beter waarom je doet zoals je doet (gedrag), je voelt zoals je je voelt (Fysiek en/of emotioneel) en waarom je bepaalde denkbeelden en overtuigingen hebt ontwikkeld (Mentaal) .

Hechtingsstoornissen

Hechting is het aangaan van een speciale relatie met de persoon die jouw als kind heeft verzorgd. Een goede hechting of verbinding is nodig om je te ontwikkelen tot een stabiel en emotioneel gezond persoon. De hechtingsrelatie dient namelijk als basismodel voor de relaties die je in je verdere leven aangaat.

Volgens John Bowlby, de grondlegger van de hechtingstheorie, is de behoefte aan hechting niet het gevolg is van ouderlijke zorg, maar is het een natuurlijke en aangeboren behoefte van elk kind. Dit hebben wij gemeen met alle zoogdieren. Het gedrag van kinderen dient beantwoord te worden met nabij zijn, bescherming en veiligheid en verzorging. Wanneer verzorgers (ouders, leerkrachten etc) hier goed en voldoende op reageren, dan ontstaat er een veilige hechting bij het kind.

Belangrijk: Niet elk kind dat onveilig gehecht is, heeft direct ook een hechtingsprobleem.
In cijfers: circa 25% van alle mensen hebben meer of mindere mate kenmerken van hechtingsproblemen, maar bij een heel klein deel hiervan, zo’n 1% is er sprake van een hechtingsstoornis. Naast een goede en veilige hechting zijn er 3 vormen van onveilige hechting te onderscheiden.

Veilige hechting

Bij een goede hechting ontwikkel je als kind een gezond basisvertrouwen en een goede basisveiligheid. Wanneer je als kind veilig gehecht bent, dan zoek je automatisch de nabijheid van de opvoeder omdat je daar met alles terecht kunt. Naïef zoals elk kind is, voelt je je dan vrij en onbegrensd om te experimenteren, onderzoekend en lerend in je omgeving rond te snuffelen. Je hebt er ook vertrouwen in dat je opvoeder je ook helpt en beschikbaar is mocht dit nodig zijn en je de vrije ruimte geeft om te mogen ontdekken.

Een veilige hechting bestaat uit vier fasen. Dit wordt de zogenaamde Circle of Security genoemd:

  • Het kind experimenteert en gaat op ontdekking uit.
  • Het kind wordt ergens door verontrust, dit geeft een beetje spanning en stress.
  • Het kind gaat naar de ouder/verzorger toe voor hulp, geruststelling en troost
  • De ouder/verzorger stelt het kind gerust

Wanneer je je als kind snel gerustgesteld wordt dan voel je je weer veilig genoeg om opnieuw weer verder te gaan met ontdekken. Zo herhaalt de cirkel zich steeds opnieuw.

Onveilige hechting – hechtingsproblematiek

Wanneer je als kind onveilig gehecht bent dan is eigenlijk het tegenovergestelde gebeurd; je hebt niet geleerd om te vertrouwen op anderen en daarmee ook op jezelf. Uiteindelijk gaat dit in een bepaalde mate ook gevolgen hebben voor het aangaan en het in stand houden van relaties. Wanneer je als kind onveilig gehecht bent dan is je lerend vermogen/de behoefte om te leren ook minder. Ook ontstaat er minder behoefte om uit te reiken, te experimenteren of je omgeving te verkennen. Er staat een terugtrekkende beweging. Hechtingsproblematieken hebben dus een negatief effect op je mentale ontwikkeling. Ook kunnen deze kinderen problemen veroorzaken omdat ze rebels worden en moeite hebben met het aanvaarden van gezag. Ook kunnen hechtingsproblematieken leiden tot fysieke problemen zijn. Er gaat bij hechtingsproblematiek iets mis in de Circle of Security.

In theorie zijn er 3 vormen van onveilige hechting, in praktijk kunnen mensen kenmerken van verschillende hechtingsproblematieken hebben.:

  • Vermijdende, afwezige hechting; wat leidt tot autonoom gedrag, ik kan het zelf, veel behoefte aan controle. Teveel vertrouwen op jezelf.
  • Ambivalent , angstige of overbezorgd hechting; wat kan leiden tot vastklampen of overmatig zoeken naar bevestiging van belangrijke mensen in je omgeving. Teveel vertrouwen op de ander.
  • Gedesorganiseerde gehecht; ontstaan van pijn en angst door geweld, overweldigende traumatische ervaringen. Je opvoeder is tegelijkertijd je bron van veiligheid én angst. Niemand is te vertrouwen.

Onveilig vermijdend gehecht

Een kind dat onveilig vermijdend gehecht is, heeft geen vertrouwen in de beschikbaarheid van de opvoeder. Het kind vermijdt contact en reageert nauwelijks als de opvoeder terugkomt na afwezigheid. Het kind blijft dan bijvoorbeeld op zijn speelgoed gericht. Het kind heeft vaak plezierig contact met vreemden. Dit is een valkuil bij de signalering, want het lijkt allemaal wel mee te vallen. Een onveilig vermijdend gehecht kind onderdrukt angst en gedraagt zich quasi zelfstandig.

Deze mensen hebben ouders gehad die onverschillig waren of hen verwaarloosden. Ze hebben het idee opgegeven dat er iemand is of zal zijn die voor hen zal zorgen. Ze hebben het gevoel dat ze het zelf moeten doen. Ze vermijden contact, maar kunnen er tegelijkertijd ook naar verlangen. Ze zijn niet verbonden met hun emoties of lichaam en zijn daardoor afgesloten van zichzelf en anderen (zitten ‘in het hoofd’). Ze herinneren zich vaak weinig van hun jeugd, behalve wat feiten. Ze hebben weinig emotie en empathie en vertrouwen op logica. Meestal is er weinig zelf-reflectie.

Kenmerkend voor vermijdende hechting:
Geen troost zoeken bij vertrouwde personen, zelfs vermijden. Zichzelf terugtrekken of losmaken (rebels), onverschillig, bevriezen, contact verbreken, veel in het hoofd zitten en dromen, afsluiten, opsluiten in zichzelf, liefde terughouden, vijandig zijn, de ander wegduwen of afwijzen. Moeite met verbinden.

Onveilig ambivalent, angstig of overbezorgd gehecht

Ambivalent betekent tegenstrijdig in gevoelens. In dit geval dus veiligheid versus angstig. Een kind dat onveilig ambivalent gehecht is, is onzeker over de beschikbaarheid van de opvoeder. Het kind kan op een zielige of claimende manier contact zoeken. Dit kan boos, rebels of huilend zijn. Het kind is afwerend en zoekt tegelijk contact. Dat klinkt heel tegenstrijdig, dat is het ook.

Deze mensen hebben ouders gehad die tegenstrijdig gedrag vertoonden; soms afwezig, soms overbezorgd/opdringerig, onberekenbaar. Ze hebben de ander heel erg nodig, maar zijn ook bang om ‘overgenomen’ te worden. Het rechter brein is overactief. Ze hebben moeite met zelf-regulatie. Ze voelen vaak schaamte, ‘er is iets mis met mij’. Er kunnen wel of niet trauma’s uit de jeugd aanwezig zijn.

Een simpele beschrijving voor dit soort mensen zou de ‘belever’ kunnen zijn, aangezien dit soort mensen vaak matig tot weinig regie hebben vanuit hun denken over hun emoties. Ze zijn vaak snel emotioneel of reactief in de interactie.

Kenmerkend voor een ambivalente hechting:
Een ambivalent gehecht kind zal er niet zelf op uit gaan en zal dicht in de buurt van de vertrouwde persoon willen blijven. Kenmerkend bij deze kinderen is dat ze te zeer overstuur raken op het moment dat ze alleen gelaten worden. Bovendien zal het kind bij terugkomst van de vertrouwde persoon, in tegenstelling tot het kind dat veilig gehecht is, zich boos gedragen en zal het zich niet laten troosten. Een bekend voorbeeld is een baby die achteruit naar zijn ouders toe kruipt. Een onveilig afwerend gehecht kind heeft doorgaans weinig exploratiedrang. Overige kenmerken zijn ; claimen, beschuldigen of manipuleren, fixatie op de ander, plotselinge paniek.

Onveilig gedesorganiseerd gehecht; ontwrichtend, onopgelost trauma en verlies
Deze vorm van hechting kan ontstaan door verwaarlozing, mishandeling, misbruik en/of dreigementen.

Deze mensen hebben ouders gehad die gedrag vertoonden dat overweldigend, beangstigend en/of chaotisch was. Ze hebben hier ingrijpende trauma’s aan overgehouden, vaak inclusief lichamelijk of seksueel misbruik, met als gevolg fragmentatie en verwijdering van zichzelf en anderen. Ze kunnen last hebben van flashbacks, beangstigende lichaamsherinneringen, problemen met sociale communicatie, problemen met logisch redeneren (linker brein is uitgeschakeld) en ze dissociëren. Hun onopgeloste, niet verwerkte trauma’s houden hun herinneringen, emoties en lichamelijke sensaties gevangen in een chaotische, niet geïntegreerde toestand.

NB. Deze vorm wordt ook gezien bij mensen die niet fysiek misbruikt zijn, maar wiens ouders gedrag vertoonden dat beangstigend en onvoorspelbaar was, zoals bij verslavingen of extreme woede.

Een kind dat gedesorganiseerd gehecht is, laat tegenstrijdig gedrag zien: chaotisch, angstig, bizar. Voor het kind is de opvoeder een bron van angst, maar tegelijk de beschermer. Het kind gaat op een wisselende manier met afscheid nemen om, het kan dan ineens verstillen of bang worden. Het gedrag is onberekenbaar. Bijvoorbeeld: het kind kruipt naar de opvoeder en dan ineens bedenkt het zich.

Voor deze mensen was hun bron van troost tegelijkertijd óók hun bron van angst. Om daar mee om te gaan moesten ze de werkelijkheid opdelen in hokjes. Bijvoorbeeld ‘papa overdag’, lief en zorgzaam, en ‘papa’s nachts’, beangstigend en overweldigend.

Kenmerkend voor het kind dat gedesorganiseerd gehecht is:
is dat het op momenten van stress vreemd en tegenstrijdig gedrag zal vertonen. Deze vorm van onveilige gehechtheid wordt gezien als de meest zorgelijke vorm wat betreft de ontwikkelingsprognose (voorspelling hoe het kind zich zal ontwikkelen). Juist omdat deze kinderen meer dan andere kinderen in hoge mate stress ervaren doordat ze blootgesteld zijn aan heftige onveilige situaties en omdat zij bovendien geen passende geruststelling van vertrouwde personen ontvangen.

Hechtingsstoornis: Geremde en ongeremde hechting
Kinderen met een hechtingsstoornis worden – naast het hierboven genoemde onderscheid – ook wel verdeeld in twee types: geremd (het vermijdende type) en ongeremd.

Kenmerken van het geremde type:

  • Overdreven waakzaam.
  • Reageert afwijzend op sociaal contact.
  • Teruggetrokken en lusteloos.
  • Apathisch, onzeker en huilt niet.
  • Het kind speelt mee zonder plezier.
  • Lijkt op ASS (autisme spectrumstoornis). Daarom moet ASS eerst uitgesloten zijn
    voordat een kind getest wordt op een hechtingsstoornis.

Kenmerken van het ontremde type:

  • Zoekt veel contact, is een allemansvriend.
  • Is niet in staat om relaties in stand te houden.
  • Grensoverschrijdend gedrag.
  • Snel gefrustreerd.
  • Laat zich niet troosten.
  • Leert weinig uit ervaringen.
  • Is egocentrisch, er is weinig wederkerigheid.
  • Druk, impulsief en ongeconcentreerd.
  • Lijkt op ADHD. Daarom moet ADHD eerst uitgesloten zijn voordat een kind getest
    wordt op een hechtingsstoornis.

Risicofactoren hechting
Bepaalde factoren bij het kind, de ouders en de omgeving zorgen voor een verhoogd risico op onveilige hechting:

Kind

  • Adoptiekind. De band met de biologische ouders wordt verbroken. Ze kunnen daar een trauma aan overhouden en moeite hebben om relaties aan te gaan. Ze kunnen zich in de steek gelaten voelen, waardoor hun vertrouwen beschadigt. Soms zetten ze zich af tegen hun adoptieouders, uit loyaliteit naar hun eigen ouders.
  • Pleegkind. Ze hebben vaak al een onveilige hechtingsrelatie met hun ouders, daarnaast is de uithuisplaatsing een enorm heftige gebeurtenis. Uit angst voor afwijzing kunnen ze zich afstandelijk gedragen.
  • Kinderen met lichamelijke gebreken of stoornissen.
  • Huilbaby’s of temperamentvolle kinderen.
  • Ongewenste kinderen, baby’s die prematuur geboren zijn en/of een lange ziekenhuisopname achter de rug hebben.
  • inderen die wisselende opvoeders hebben.
  • Kinderen uit gebroken gezinnen.
  • Kinderen waarvan één of beide ouders (onverwacht) overleden zijn. Zeker wanneer het overlijden op héél jonge leeftijd plaatsvindt, kan dat grote invloed hebben op de veilige hechting.

Ouders

  • Ouders die zelf niet goed gehecht zijn.
  • Ouders die zelf verwaarloosd of mishandeld zijn.
  • Ouders die psychische problemen of trauma’s hebben.
  • Ouders die lijden onder onverwerkt verdriet of overlijden.
  • Moeders die een moeilijke zwangerschap hebben.
  • Tienermoeders.

Omgeving

  • Armoede.
  • Slechte woonomgeving.
  • Migratie.
  • Vlucht uit moederland.

Wil je meer weten over hechting?

Dan kun je op internet Googelen naar: Pat Ogden, Mary Main en grondlegger John Bowlby.
Bij het Upledger instituut, waar ik ben opgeleid tot Craniosacraal therapeut, heb ik ook trainingen gevolgd op gebied van trauma, hechting en binding.

6 fases van rouw

Vallen en weer opstaan…. Hoe doe je dat? Een grote klant kondigde aan de samenwerking te willen stoppen. Dit kwam als een donderslag bij heldere hemel. Alsof je in één keer gevloerd wordt. Je bent verdoofd, weet niet hoe te reageren.Wat doe je in zo’n geval? Hoe sla...

Broodkruimels… als blijk van liefde, waardering of erkenning

Bijna iedereen heeft behoefte aan complimenten, waardering, erkenning, etc. We raken teleurgesteld of gedemotiveerd als we hier te weinig van krijgen. Soms ook gaan we ook harder ons best doen om alsnóg die waardering te krijgen. Aan de andere kant: vAl mijn blogs...

50 zeer prikkelende vragen

Hoe tevreden ben je eigenlijk? 50 vragen die betrekking hebben op 7 verschillende levensgebieden zoals, werk, familie, vrienden en relatie. De vragen helpen je om inzicht te krijgen en om in beweging te komen...Al mijn blogs over TRE

Grote vraag van mijn vader Marc Doomernik

'Hoe vind je eigenlijk dat ik het gedaan heb in mijn leven.....?' Deze vraag kreeg ik van mijn vader op een onverwacht moment. Hoe zou jijzelf reageren op deze vraag? In dit filmpje kun je zien wat ik geantwoord heb en wat dit met me deed...Al mijn blogs over TRE

Hard hollen maar waar naartoe?

Hoe confronterend en frustrerend ‘hard hollen’ kan zijn heeft Kees laatst ervaren.Nooit goed genoeg Kees, nam deel aan de training ‘Persoonlijke Effectiviteit & Time Management’. Hij vertelde dat hij veel moeite had om zaken los te laten. Uit zijn Facet5 profiel...

Onbewust trauma echte killer. Jij hebt ze ook. Wedden?

Hoe ‘gevaarlijk’ is het wanneer je wél een onbewust trauma hebt maar niet weet dat je dit hebt? Een onbewuste trauma heeft een grote impact op zowel je fysiek als geestelijke gesteldheid. Het levert spanningen en stress op. Gevolg? Allerlei fysieke en/of geestelijke...

Bezorgde moeder en Angst voor van alles….!

Angst zit niet in het hoofd maar in het lijf Een moeder heeft enkele weken geleden contact met me opgenomen. Ze maakte zich ernstig zorgen om haar 12-jarig kind. Dat is de reden van hun bezoek en voor een kennismaking met TRE. Het kind ‘loopt’ inmiddels bij een...